Aanbrengen en verwijderen van werktuigen
(optioneel accessoires) (Fig. 8, 9 en 10)
WAARSCHUWING:
• Pas op dat u het werktuig niet ondersteboven aan-
brengt. Als u het werktuig ondersteboven plaatst, kan
dat het werktuig beschadigen en soms zelfs ernstig let-
sel veroorzaken.
• Monteer het werktuig in de juiste richting, die het best
voldoet voor uw werkstuk. Het werktuig kan worden
gemonteerd in enkele standen, met 30 graden er tus-
sen.
Plaats een werktuig (optionele accessoire) op de werk-
tuigflens, zodat de nokken van de werktuigflens precies
in de openingen van het werktuig vallen, en zet dan het
werktuig vast door de bout stevig aan te draaien met de
zeskant-inbussleutel.
Bij gebruik van het schuurwerktuig, brengt u het werktuig
zo op het schuurblok aan dat het overeenkomt met de
richting van het schuurblok.
Het schuurblok heeft een bevestigingsvlak met klitten-
band, zodat u het schuurpapier er snel en gemakkelijk op
kunt bevestigen.
In het schuurpapier zijn openingen voor afzuigen van het
stof, dus zorgt u bij het aanbrengen dat die gaten samen-
vallen met de openingen in het schuurblok.
Om het schuurpapier te verwijderen, trekt u het uiteinde
omhoog en pelt u het los. Draai de werktuigmontagebout
met een zeskant-inbussleutel los, verwijder de bout en
dan het werktuig.
Voor gebruik van werktuigen met een afwijkend aansluit-
stuk maakt u gebruik van een geschikte aansluitadapter
(optioneel accessoire).
Bewaren van de zeskant-inbussleutel (Fig. 11)
Wanneer u de zeskant-inbussleutel niet gebruikt, bergt u
die op zoals getoond in de afbeelding, om de sleutel niet
te verliezen.
BEDIENING
WAARSCHUWING:
• Kom vóór en tijdens het werken met het gereedschap
niet met uw handen of uw gezicht in de buurt van het
werktuig.
LET OP:
• Zorg dat het werktuig niet al te zwaar belast wordt,
want daardoor kan de motor van het gereedschap
blokkeren en afslaan.
Snijden, zagen en schuren (Fig. 12)
LET OP:
• Beweeg het gereedschap niet met kracht in een rich-
ting (zijwaarts bijvoorbeeld) waarin het werktuig geen
snijvlak heeft. Dat zou het gereedschap kunnen
beschadigen.
Plaats het werktuig op uw werkstuk.
Beweeg dan het gereedschap naar voren, zodanig dat
dit de beweging van het werktuig niet vertraagt.
OPMERKING:
• Als u het forceert of te veel druk uitoefent op het
gereedschap, wordt de werking minder doeltreffend.
• Vóór het snijden is het aanbevolen het draaislagtempo
in te stellen op 4 – 6.
Polijsten (Fig. 13)
LET OP:
• Schuurpapier dat al voor metaal is gebruikt mag u niet
meer voor hout gebruiken.
• Gebruik geen versleten schuurpapier of schuurpapier
zonder korrel.
Plaats het schuurpapier tegen uw werkstuk aan.
OPMERKING:
• Het is aanbevolen even proef te draaien met wat test-
materiaal, om vooraf het juiste draaislagtempo voor uw
werkstuk te bepalen.
• Blijf schuurpapier van dezelfde korrelgrootte gebruiken
totdat uw hele werkstuk volledig is geschuurd. Als u het
schuurpapier tussentijds vervangt door een fijnere of
grovere gradatie, kunt u soms geen goede afwerking
verkrijgen.
Stofzuigaansluitstuk (optioneel accessoire)
(Fig. 14 en 15)
• Monteer de stofmondstukken en het stofzuigaansluit-
stuk.
• Monteer de mondstukklem zodanig op het gereed-
schap dat de nokken in de sleuven van het gereed-
schap passen, om het vast te zetten.
• Plaats de vilten ring en het schuurblok op het stofzui-
gaansluitstuk en zet ze dan vast met de werktuigmon-
tagebout.
Wanneer u stofvrij wilt werken, kunt u een stofzuiger op
uw gereedschap aansluiten. Sluit de slang van de stof-
zuiger aan op het stofzuigaansluitstuk (optioneel acces-
soire).
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu is verwijderd voordat u inspecties of onderhoud
gaat verrichten, uitgezonderd de volgende controle-
punten met betrekking tot het lampje.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te verzekeren, dienen alle reparaties,
inspectie en vervanging van koolborstels, en alle andere
onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te worden
uitgevoerd door een erkend Makita servicecentrum, en
dit uitsluitend met gebruik van originele Makita vervan-
gingsonderdelen.
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Bij gebruik van
andere accessoires of hulpstukken bestaat er gevaar
voor persoonlijke verwonding. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor hun bestemde doel.
Raadpleeg het dichtstbijzijnde Makita Servicecentrum
voor verder advies of bijzonderheden omtrent deze
accessoires.
• Segmentzaagblad
• Rond zaagblad
• Zaagblad voor diepe insnede
• Schraper (onbuigzaam)
35