De server uitschakelen
Wanneer u de server uitschakelt terwijl deze wel op een voedingsbron blijft aange-
sloten, kan de server wel voldoen aan opdrachten aan de serviceprocessor, zoals
een opdracht op afstand om de server aan te zetten. Terwijl de server aangesloten
blijft op een voedingsbron, kunnen een of meer ventilatoren blijven draaien. Om de
server volledig uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact halen.
Sommige besturingssystemen dienen op de voorgeschreven manier te worden
afgesloten voordat u de server kunt uitschakelen. Raadpleeg de documentatie bij
het besturingssysteem voor informatie over het afsluiten van het besturingssysteem.
Voorschrift 5:
Let op!
De aan/uit-knop op het apparaat en de aan/uit-knop op de voedingseenheid
schakelen de elektrische stroom voor het apparaat niet uit. Het apparaat kan
ook meer dan één netsnoer hebben. Om te zorgen dat er geen spanning meer
op het apparaat staat, dient u alle stekkers uit het stopcontact te halen.
De server kan op de volgende manieren worden uitgezet:
v U kunt de server uitzetten via het besturingssysteem, voorzover die mogelijkheid
v U kunt drukken op de aan/uit-schakelaar van de server om het besturings-
v Als het besturingssysteem ophoudt te functioneren, schakelt u de server uit door
v De server kan worden uitgezet met de voorziening Wake on LAN.
v De IMM (integrated management module) kan de server uitschakelen als auto-
aanwezig is in het besturingssysteem. Na het normaal afsluiten van het
besturingssysteem, wordt de server automatisch uitgezet.
systeem af te sluiten en de server uit te zetten, als het besturingssysteem deze
functie ondersteunt.
langer dan 4 seconden op de aan/uit-knop te drukken.
matische reactie op een ernstige systeemstoring.
Hoofdstuk 4. Serverknoppen, lampjes en netvoeding
29